Vanaf januari 2025 worden boeren die rauwe melk verkopen verplicht hun product vaker te laten testen op ziekteverwekkers. Deze maatregel, opgelegd door het ministerie van VWS, brengt kosten van €150-€175 per test met zich mee, wat bij boeren tot zorgen leidt. De verplichte frequentie van deze tests zou volgens velen de doodsteek kunnen betekenen voor melktaps op boerenerf. Wat is hier aan de hand? En waarom roept deze maatregel zoveel emoties op?
Gezondheidsrisico of vrijheid van keuze?
Het ministerie stelt dat de regels noodzakelijk zijn om gezondheidsrisico’s te beperken. Rauwe melk bevat bacteriën die schadelijk kunnen zijn, vooral voor kwetsbare groepen zoals ouderen, kinderen en zwangere vrouwen. Hoewel pasteurisatie deze risico’s wegneemt, kiezen veel consumenten juist bewust voor rauwe melk vanwege de smaak, voedingswaarde en het gevoel van authenticiteit.
Tegenstanders van de maatregel zien dit als een onnodige inperking van hun vrijheid. In de reacties op social media klinkt het luid en duidelijk: “Wij zijn volwassenen en weten heus wel wat we kopen.” Veel mensen beschouwen de regels als “betutteling” en “boertjes pesten”. Het vertrouwen in de overheid is laag; men heeft het gevoel dat alles wat lokaal en natuurlijk is, ontmoedigd wordt, terwijl zwaar bewerkte producten in de supermarkt ongemoeid blijven.
Economische impact op boeren
Boeren zijn niet alleen boos over de betuttelende toon, maar maken zich ook zorgen over de financiële gevolgen. Met de stijgende kosten van testen vrezen zij dat de melktaps financieel onhoudbaar worden. Rauwe melk is vaak een bijproduct dat boeren helpt om rond te komen in een sector die al onder grote druk staat. De vraag rijst: wordt hiermee niet juist de kleine boer geraakt, terwijl grootschalige zuivelproducenten buiten schot blijven?
Boerenorganisaties pleiten voor compensatie of alternatieven. Een veelgenoemde suggestie is het behouden van melktaps met duidelijke waarschuwingen, zodat consumenten zelf een bewuste keuze kunnen maken. Zo blijft de verantwoordelijkheid waar deze volgens velen hoort: bij de koper.
Volksgezondheid versus boerenbelang
De discussie raakt aan een fundamenteel spanningsveld: de rol van de overheid in het beschermen van de volksgezondheid versus het respecteren van individuele vrijheid en boerenbelangen. Voorstanders van de regels wijzen op de verantwoordelijkheid om voedselveiligheid te garanderen. Maar de vraag is: rechtvaardigen de risico’s de zware lasten voor boeren? Statistieken laten zien dat ernstige ziekten door rauwe melk uiterst zeldzaam zijn. Is deze maatregel dan proportioneel, of schiet het zijn doel voorbij?
Wat nu?
De overgrote meerderheid van de stemmen op social media spreekt zich uit tegen de nieuwe regels. In een peiling onder 269 stemmers gaf maar liefst 85% van de respondenten aan dat de regelgeving “overbodig is en moet worden ingetrokken”. Slechts 1% ziet strengere naleving als noodzakelijk.
Het is duidelijk dat dit onderwerp leeft, en niet alleen bij boeren. Consumenten voelen zich betrokken en maken zich hard voor de toekomst van lokaal geproduceerde rauwe melk. Het is aan de overheid om goed te luisteren naar deze signalen en in gesprek te gaan met boeren en consumenten. Misschien is er een middenweg te vinden waarin veiligheid gewaarborgd blijft, zonder dat melktaps verdwijnen.
Tot die tijd blijft de vraag hangen: beschermen we hier de volksgezondheid, of verliezen we stukje bij beetje onze verbinding met lokaal, natuurlijk voedsel?