In West-Friesland dreigen boerderijwinkels ernstig te worden beperkt door nieuwe regelgeving uit de regionale detailhandelsvisie. Strenge en irreële eisen op het assortiment, het verkoopoppervlak en het personeel maken het bijna onmogelijk voor boerderijwinkels om te overleven. Boerderijwinkels mogen volgens de regels maximaal 10% van hun assortiment aanvullen met producten die niet op hun eigen bedrijf worden geproduceerd, mogen niet groter zijn dan 50 vierkante meter en mogen alleen door familieleden van de boer worden bemand.
Deze regels, mogelijk een blauwdruk voor landelijk beleid, bedreigen niet alleen het bestaan van boerderijwinkels maar ook de korte voedselketen en de kernwaarden van duurzaamheid en lokaal ondernemerschap. Het is een directe aanval op het recht van consumenten om te kiezen voor eerlijk voedsel en op het vermogen van boeren om zich economisch staande te houden.
Absurditeit van de regels: Beleid dat innovatie en samenwerking afremt
De eis dat slechts 10% van het assortiment niet van het eigen bedrijf mag komen, druist in tegen de kracht van boerderijwinkels: samenwerking en diversiteit. Veel boeren werken samen met collega’s om producten aan te bieden die het eigen aanbod versterken, zoals eieren, jam of kaas uit de regio. Deze samenwerking maakt het aanbod aantrekkelijk voor consumenten en stimuleert de regionale economie. Het beperken van deze praktijk is niet alleen onlogisch, maar ook schadelijk.
De beperking van het verkoopoppervlak tot 50 vierkante meter is ronduit onhaalbaar. Dit dwingt boeren om een minimaal aanbod te voeren, wat het winkelcomfort en de aantrekkelijkheid voor consumenten aanzienlijk vermindert. Veel boerderijwinkels bieden een breed assortiment aan verse producten, streekproducten en ambachtelijke goederen. Daarvoor is ruimte nodig, niet beperking.
Daarnaast is de eis dat het personeel uitsluitend uit familieleden van de boer moet bestaan een directe aanval op de flexibiliteit van boeren. Het is niet alleen onwerkbaar voor boerengezinnen die al zwaar belast zijn, maar het ontneemt ook jongeren en buurtbewoners een kans om in de boerderijwinkel te werken. Voor stedelingen of mensen die weinig contact hebben met het boerenleven, biedt werken in een boerderijwinkel juist de kans om meer inzicht te krijgen in voedselproductie en de uitdagingen waarmee boeren te maken hebben. Het verbieden van extern personeel snijdt boeren én de samenleving in de vingers.
Het ware motief: De macht van de lobby
De reden achter dit beleid? De lobby van winkeliersverenigingen in West-Friesland. Deze groepen beweren dat boerderijwinkels een oneerlijk voordeel hebben ten opzichte van stadswinkels. Maar dit argument is misleidend. Boerderijwinkels vervullen een compleet andere rol in het voedsellandschap dan stadswinkels of supermarkten. Waar stadswinkels gemak en massaproductie bieden, focussen boerderijwinkels zich op versheid, transparantie en de band tussen consument en producent.
Het echte probleem is dat winkeliersverenigingen bang zijn om marktaandeel te verliezen. Maar in plaats van te erkennen dat de vraag naar duurzaam, lokaal voedsel groeit, proberen ze innovatie te blokkeren en boeren klein te houden. Dit beleid is geen bescherming van stadswinkels, maar een aanval op een eerlijker en duurzamer alternatief.
Waarom omarmen consumenten boerderijwinkels?
Boerderijwinkels bieden consumenten wat ze elders niet vinden: kwaliteit, transparantie en verbinding. Producten zijn verser, smaakvoller en hebben een lagere milieu-impact doordat ze lokaal worden geproduceerd. De persoonlijke band tussen boer en consument geeft inzicht in hoe voedsel wordt geproduceerd en versterkt het vertrouwen in wat we eten.
Consumenten kiezen bewust voor boerderijwinkels omdat ze streekproducten en ambachtelijke kwaliteit waarderen. Maar ook omdat ze weten dat hun aankopen rechtstreeks bijdragen aan een eerlijker voedselsysteem. Boerderijwinkels zijn niet zomaar winkels – ze zijn symbolen van duurzaamheid, gemeenschap en keuzevrijheid.
De gevolgen als boerderijwinkels verdwijnen
Als dit beleid wordt ingevoerd en landelijk navolging krijgt, zijn de gevolgen niet te overzien:
- De korte voedselketen verdwijnt
Zonder boerderijwinkels raken consumenten afhankelijk van lange ketens met meer transport, hogere CO₂-uitstoot en minder transparantie. - Lokaal en duurzaam voedsel verdwijnt
Streekproducten en seizoensgebonden groenten maken plaats voor massaproducten met een grotere milieu-impact. - De plattelandseconomie verzwakt
Boerderijwinkels creëren werkgelegenheid en trekken bezoekers naar het platteland. Zonder hen verarmt de regio economisch en sociaal. - Industriële landbouw groeit
Boeren zonder lokaal afzetkanaal worden gedwongen grootschaliger en intensiever te produceren, wat leidt tot meer milieudruk en minder biodiversiteit. - De verbinding tussen boer en consument verdwijnt
Boerderijwinkels bieden een unieke kans om te zien waar voedsel vandaan komt. Zonder deze winkels verdwijnt die transparantie en wordt voedsel anoniemer.
Aanval op boerderijwinkels stoppen
Het is tijd om de aanval op boerderijwinkels te stoppen. In plaats van hen te beperken, moeten we hen juist ondersteunen. Het huidige beleid werkt contraproductief en negeert de maatschappelijke waarde van deze winkels.
Dit moet gebeuren:
- Herziening van regelgeving in West-Friesland
Beleidsmakers moeten erkennen dat boerderijwinkels geen bedreiging zijn, maar juist een aanvulling op het voedselsysteem. Het beleid moet gericht zijn op ondersteuning en groei, niet op beperking. - Investeren in de korte voedselketen
Overheden moeten investeren in de korte voedselketen door subsidies te verstrekken aan boerderijwinkels en initiatieven die lokaal voedsel promoten. Dit ondersteunt niet alleen boeren, maar ook consumenten die kiezen voor duurzaamheid. - Bewustwording creëren
Campagnes die de voordelen van boerderijwinkels en lokaal voedsel benadrukken, kunnen consumenten en beleidsmakers overtuigen van hun belang. - Stop de invloed van lobbygroepen
Beleidsmakers moeten hun verantwoordelijkheid nemen en niet toegeven aan de druk van winkeliersverenigingen die innovatie proberen te blokkeren.
Kiezen voor de toekomst
Nederland (en niet alleen West-Friesland) moet nu kiezen: houden we vast aan ouderwetse marktdenken dat boeren beperkt en consumenten afhankelijk maakt van massaproductie? Of kiezen we voor een duurzaam, lokaal en eerlijk voedselsysteem?
Boerderijwinkels zijn de ruggengraat van een eerlijk en duurzaam voedselsysteem. Ze bieden niet alleen lokaal geproduceerd voedsel van hoge kwaliteit, maar vormen ook een cruciale verbinding tussen boer en consument. Het is onacceptabel dat hun bestaan bedreigd wordt door beperkende regels die geen recht doen aan hun unieke rol in onze samenleving.
Nu is het moment om een duidelijke keuze te maken. Kiezen we voor starre beperkingen die innovatie en samenwerking smoren? Of geven we boerderijwinkels de ruimte die ze verdienen, zodat ze kunnen blijven bijdragen aan een eerlijker en duurzamer Nederland?
Het antwoord is duidelijk: boerderijwinkels moeten niet worden beperkt, maar juist actief worden ondersteund. Dit is geen kwestie van concurrentie of regelgeving, maar van toekomst. Een toekomst waarin lokaal voedsel, transparantie en duurzaamheid centraal staan. Laten we samen zorgen dat deze toekomst niet alleen mogelijk blijft, maar floreert. Het behoud van boerderijwinkels is niet alleen in het belang van boeren, maar van de hele samenleving.
Naar aanleiding van: https://www.nieuweoogst.nl/nieuws/2025/01/17/boerderijwinkels-west-friesland-beperkt-door-nieuwe-regels
0 reacties